“Ontslag bestuurder wegens conflict met medebestuurders: hoe wij voor de werkgever een ontslag hebben bewerkstelligd”
Onze cliënt (een middelgroot bedrijf) wilde komen tot het ontslag van haar algemeen directeur. Reden hiervoor was een vertrouwensconflict dat was ontstaan tussen de directeur en de andere leden van het managementteam. Het managementteam had unaniem het vertrouwen in de algemeen directeur opgezegd en had gedreigd met opstappen als de directeur niet zou vertrekken.
De aandeelhouder van onze cliënt zag zich genoodzaakt maatregelen te treffen en belegde een aandeelhoudersvergadering waarin werd besloten de algemeen directeur te ontslaan.
De betreffende directeur verzette zich tegen het ontslag. Volgens hem zou er geen gegronde reden zijn voor ontslag. Hoewel hij inmiddels formeel als bestuurder was ontslagen, zou dit bovendien geen gevolgen gehad voor zijn arbeidsovereenkomst. Hij bleek namelijk in dienst te zijn van een andere vennootschap binnen de groep van onze cliënt – hij was niet in dienst van de vennootschap waarvan hij bestuurder was.
Onze cliënt vroeg ons te adviseren in deze kwestie. Voor onze cliënt was één punt cruciaal: deze directeur moest niet meer terugkomen in het bedrijf. Als dat zou gebeuren, dan zouden de andere bestuurders vertrekken en dit kon het bedrijf zich niet permitteren.
Benieuwd hoe wij te werk gaan? Lees hierna dan de complete praktijkcase.
Onze aanpak
Eerst hebben wij de situatie goed geanalyseerd. Bij dit soort geschillen is het gebruikelijk eerst in kaart te brengen of de bestuurder rechtsgeldig benoemd is (geweest) tot bestuurder. Dat bleek het geval te zijn. Ook het door de aandeelhouders genomen besluit tot ontslag leek ons rechtsgeldig. Aandachtspunt was wel dat de bestuurder in dienst was van een andere vennootschap dan de vennootschap waarvan hij bestuurder was (geweest). En in zo’n geval geldt er – anders dan bij bestuurders die in dienst zijn van dezelfde vennootschap als die waarvan zij bestuurder zijn – een preventieve ontslagtoets. Dit betekende dat een ontslag dus via de kantonrechter of via het UWV moest worden bewerkstelligd (de algemeen directeur wilde niet instemmen met een aangeboden beëindigingsregeling).
De volgende stap was om in kaart te brengen of er een redelijke grond was voor ontslag. Het bleek dat er niet zo veel was gedocumenteerd over de samenwerking met de algemeen directeur en de met hem daarover gevoerde gesprekken. Teneinde het ontslag goed te kunnen onderbouwen, hebben wij onze cliënt gevraagd of wij de betrokken leden van het managementteam individueel mochten spreken en hen schriftelijke verklaringen mochten laten afleggen. Wij vonden het belangrijk om, indien nodig, aan de rechter te kunnen laten zien dát en waarom de andere leden van het managementteam geen vertrouwen meer hadden in de algemeen directeur, en dat onze cliënt – in het belang van de continuiteit van de onderneming – niet anders kon dan komen tot een ontslag van de algemeen directeur. Dit mocht. Op basis van deze verklaringen konden wij heel goed konden laten zien wat er in deze zaak precies allemaal gebeurd was (‘show, don’t tell’). En dat het ontslag naar onze mening wel degelijk terecht gegeven was.
Op basis hiervan hebben wij de rechter verzocht de arbeidsovereenkomst met de algemeen directeur te ontbinden. Wij hebben de andere leden van het managementteam meegenomen naar de zitting bij de rechter zodat zij ieder persoonlijk hun verklaringen konden toelichten. De rechter liet vervolgens tijdens de zitting blijken dat een terugkeer van de algemeen directeur eigenlijk niet (meer) tot de mogelijkheden behoorde.
De oplossing die wij voor onze cliënt hebben bereikt
Uiteindelijk hebben wij de zaak, na de eerste zitting bij de rechter, voor onze cliënt alsnog kunnen schikken. De algemeen directeur stemde in met zijn ontslag. Onze cliënt betaalde een ontslagvergoeding die aanzienlijk lager was dan wat de algemeen directeur had geëist. Onze cliënt kon het dossier sluiten en de andere leden van het managementteam bleven bij het bedrijf. Precies wat onze cliënt wilde.
Enkele details in deze praktijkcase zijn aangepast teneinde de vertrouwelijkheid van de kwestie en de privacy van de betrokken partijen te waarborgen.